Hallo iedereen, ik ben Sharon en ik ben 18 jaar

Ik woon in een appartement met mijn mama. Zij is altijd een alleenstaande mama geweest. Doordat ze mij alleen heeft opgevoed, hadden en hebben we toch wel een sterke band. Ik studeer momenteel om als zorgkundige te werken en in juni mag ik hopelijk zeggen dat ik afgestudeerd ben.

Mama was altijd overbezorgd. Ik was natuurlijk ook haar enig kind. Ze heeft het altijd lastig gehad met werken: de ene keer werd ze ontslagen, de andere keer nam ze ontslag of was ze te lang ziek. Daar begon het eigenlijk allemaal mee.

Toen ik 13 jaar oud was, is ze in een depressie beland. Hoe dat kwam, weet ik eigenlijk niet, maar ze was weer te lang ziek geweest en verloor haar werk weer. Toen ze in haar depressie belandde, mocht ik opeens meer. Ik mocht meer buiten, met vriendinnen naar de stad gaan, naar de cinema. Dat vond ik wel fijn, maar toch wist ik niet wat er aan de hand was.

Toen ik thuis kwam van een leuke dag met vriendinnen stond er een fles wijn onder de salontafel. Die had ik wel eerder gezien. Op mijn 14 jaar begon ik dit meer te begrijpen en zag ik mama meer ‘dronken’. Ik vond dit vreemd en niet zo fijn, maar ging er niet echt op in. Op mijn 16 jaar begon het me te veel te worden. Ze dronk meerdere keren per week. Soms zat er zelfs maar één dag tussen en dan dronk ze tot 2 of 3 flessen wijn op één avond.

Ik wist dat ze niet goed bezig was. Jammer genoeg drongen mijn woorden niet echt door, toen ik zei dat ik dit niet fijn vond en dat ik er ook mee in mijn hoofd zat.

Het sleepte lange tijd aan. Het werd mij te veel. Mijn bomma woont misschien wel in de appartementsblok over ons, maar zij heeft ook haar perioden gehad dat ze tipsy tot vrij dronken was. Bomma was er in haar nuchtere tijden altijd voor mij, ik kon er altijd langsgaan.

Toen heeft bomma zelf gemerkt dat ze ook niet erg goed bezig was met alcohol en is ze gestopt met drinken. Ze geeft me veel steun.

Bij mama stopte het maar niet, ze bleef maar drinken. Ze werd zelfs niet meer ziek de dag erna, haar lichaam had zich al aangepast aan de alcohol. Ik heb veel dingen rond mijn oren gekregen want ze had momenten dat ze me kon uitschelden, maar aanraken heeft ze me nooit gedaan want daar is ze zelf heel hard tegen. Bomma werd vroeger mishandeld door haar ‘ex-man’ en mama heeft dit allemaal zien gebeuren. Ze gaf de schuld ook altijd aan haar vader, die ook alcoholist was.

Mama heeft nu al twee jaar een vriend. Als ze gedronken had, ging ze altijd naar die vriend, maar die pikte de alcohol niet. Ze kreeg daar geen drank meer en als ze naar de nachtwinkel ging om een fles wijn te gaan kopen, mocht ze niet binnen. Langs de ene kant was ik opgelucht als ze naar haar vriend ging, dan wist ik dat ze daar geen alcohol meer kreeg. Jammer genoeg verloor ik die hechte band met mama wel. Ik had geen vertrouwen meer en ik wou zo snel mogelijk verhuizen.

Ik ben snel zelfstandig geworden en snel ‘moeten’ opgroeien.

Sinds mijn 16 jaar heb ik een vriend met wie ik nu nog altijd samen ben. Hij kan zich inleven in mijn situatie en hoopt ook op verbetering met mijn mama. Hij vond het heel triest voor me die perioden. Ik kon bij hem dus heel veel steun vinden.

Nadat de bomma, mama’s vriend en ik onze ‘zeg’ hadden gedaan, is ze naar de dokter geweest om zich te laten opnemen in het Sint-Vincentiusziekenhuis in Antwerpen.

Twee weken later werd ze naar huis gestuurd omdat ze haar daar te braaf vonden. Ze heeft het één week volgehouden zonder alcohol en daarna is ze hervallen. Sommige dagen liep ze gewoon weg van huis en ging ze naar haar vriend. Ik deed het huishouden helemaal alleen. Dit allemaal terwijl ik ook nog naar school ging. Op school deed ik het verrassend goed, had ik nooit een buis op mijn rapport en was ik een gehoorzame leerling. Ik dacht dat ik het duizend keer beter moest doen en nu ben ik onderweg naar mijn diploma. Trots? Dat mag ik wel zeggen, dat ik trots ben op mezelf.

Op mijn 17de had ik er genoeg van. Een vriendin deed door omstandigheden begeleidend wonen en ik dacht: is dat geen optie voor mij?

Ik heb al mijn moed bijeengeraapt en ben naar het JAC van Antwerpen gestapt.

Daar hebben ze een A-document opgesteld zodat ik begeleiding kreeg en een studio kon zoeken. Ze hebben me ook aangeraden om naar Alateen te gaan. Ik ben een verlegen persoon en ik dacht echt dat ik in een grote groep jongeren ging komen. Eigenlijk viel dit heel goed mee. Ik voelde me meteen op mijn gemak en kon daar echt alles vertellen. Ik ben blij dat ik naar Alateen ben gekomen. Dat zouden meer jongeren moeten doen om hun hart te kunnen luchten.

Toen het bij mama doordrong dat ik zelfstandig ging wonen, is ze minder gaan drinken. Dit is de reactie die ik wou. Ik gaf het zelfstandig wonen op in de hoop dat ik nog minstens twee jaar rustig bij mama kon wonen.

Al snel begon ze terug te drinken, maar op een dag leek ze de knop omgedraaid te hebben.

Nu drinkt ze véél minder. Ze probeert het zo weinig mogelijk te doen en houdt zich daar ook wel vrij goed aan. Ze heeft al wel een paar keer een herval gehad, maar dan drinkt ze weer twee weken niets. Zo gaat het op en af. Ik moet gewoon nog even volhouden, afstuderen, gaan werken en mijn eigen leven beginnen met mijn vriend.

In deze periode ben ik ook wel egoïstisch geweest, maar bij alateen zeiden ze dat dit niet erg was, ik moet aan mezelf denken en aan mijn toekomst en me daarop baseren. Dit is heel belangrijk voor mij. Ik wil een leven zonder alcohol rond mij, maar dat is nooit haalbaar natuurlijk.

Ik had het wel eens moeilijk toen mijn vriend naar de voetbal ging en daar dronk. Ik heb het met hem besproken en ik heb ingezien dat niet iedereen die een glas wijn of een pintje drinkt, alcoholist is. Daar heb ik dan ook vrede mee genomen, maar als mijn vriend te veel drinkt, zal ik hem dat zeker zeggen. Ik vind het vreemd dat ik op mijn mama boos ben en verdrietig ben als ze drinkt, maar als mijn vriend een keer dronken is, lach ik hem gewoonweg uit. Je kan het beter weglachen dan er boos om worden, toch?

Wel, nu gaat het op en af met mama. Ze heeft momenten dat ze het heel goed doet en een paar weken niet drinkt. Dan drinkt ze toch twee flessen wijn, maar dan voelt ze het de dag daarna toch wel terug.

Zelf drink ik geen alcohol. Misschien omdat het in mijn achterhoofd spookt dat ik niet zo wil worden als mama? Ik lust de smaak echter gewoonweg niet. Hier ben ik wel blij om.

Ik ben blij dat ik zoveel steun heb kunnen vinden in Alateen, mijn vriend, de bomma, ...

Met mama is de vertrouwensband al terug opgebouwd. Misschien niet zoals vroeger, maar dit begrijpt ze zelf ook wel.