Een nieuwe, veilige thuis

Bij mij thuis zijn we met z’n zessen waarvan ik de oudste van 4 kinderen ben. Voor zover ik me als kind kan herinneren, heb ik nooit anders geweten dan dat mijn vader dronk. In die tijd dacht ik nog dat dit een normaal gezin voorstelde.

En toch voelde ik toen al dat er iets niet pluis was. Want ondanks al onze pogingen om ’t goed te doen, zowel op school als helpen in het huishouden en braaf te zijn, stopte hij niet met drinken.

Er was veel ruzie en een onprettige sfeer in huis. Ieder van ons kende het vriendje alcohol van onze papa wel. Maar we probeerden ermee te leven. Er kwamen geen vriendjes thuis en ieder ging zijn eigen gangetje. Stilaan bevroor ons gezin tot onder ’t vriespunt.

Ikzelf hield al mijn gevoelens binnen, ik kropte letterlijk alles op. Voor de buitenwereld was ik de clown met de leukste grappen, terwijl ik vanbinnen verscheurd werd, ik ging stilletjes dood. Niemand zou het begrijpen als ik het vertelde.

Op een dag begon een leerkracht meer en meer door m’n muur van stilzwijgen te breken, steen per steen brokkelde die af. Zij was degene die me een folder gaf van de Loners en me aanmoedigde om contact te zoeken. Wat ik uiteindelijk met haar steun dan ook deed. Al heel snel werd duidelijk dat ik dankzij de schriftelijke vergaderingen en de vele steunbrieven van m’n meter bij de Loners stilaan verder kon leven. De funderingen van mijn nieuwe thuis werden hier gelegd.

Nog geen jaar erna kwam bij toeval een 2de wonder. Een klasgenoot nodigde me uit om naar een Alateenbijeenkomst mee te gaan. Wat was dat? En wat kon ik daar nu gaan doen? 

Mijn eerste ontmoeting met Alateen was meteen raak! Ik hoefde me niet meer te bewijzen om erbij te horen. Ieder van hen had in gelijkaardige situaties gezeten. We hadden flessen gezocht, die leeggegoten en terug gevuld met water. Het belangrijkste was dat we onze gevoelens van pijn en schaamte, van schuld en onmacht met elkaar konden delen! 

In Alateen werd stilaan de ruwbouw van mijn nieuwe thuis gevormd. Nog steeds ga ik elke week naar onze bijeenkomsten, ik heb hen nog altijd nodig en ik ben niet de enige die Alateen nodig heeft. Sommigen gaan na een tijdje verder, bouwen een leven op en dan komen er weer een paar nieuwe kinderen bij. En aan hen wens ik ook mijn ervaringen door te geven, zodat ik tegelijkertijd van hen kan leren, hen kan steunen 

Bij Alateen heb ik geleerd het verschil te maken tussen mijn papa als persoon en zijn vriendje alcohol. Ik leerde mijn gevoelens te ventileren en erover te praten. Door zoveel te delen in goede en kwade dagen, leerde ik mijn grenzen beter af te bakenen en kwam ik terug voor mezelf op. Ik leerde dat het niet mijn fout is dat mijn vader wil drinken en dat ik hem niet kan veranderen, maar dat ik het voor mezelf wel leefbaar kan houden en aan mezelf kan werken, zodat ook ik niet ten onder ga aan de gezinsziekte die elk van ons hier kent. Uiterlijk werd ik degene die ik ook innerlijk ben.

Ik ben nu 30 en ga nu ook naar Al-Anon, om m’n grenzen te verleggen, en daar leer ik terug op een ander niveau mezelf nog beter kennen, om verder door het leven te gaan als een gezonde jonge vrouw die nog zoveel te ontdekken heeft. Ook zij werken hier mee aan mijn nieuwe thuis. Ik vind er de steun en begrip en niet te vergeten vertrouwen in mezelf en anderen, waardoor ik beter kan omgaan met m’n vader. En vooral met mezelf. Zo krijgt mijn leven opnieuw de warmte en veiligheid die ik zolang gemist heb, 

Hierdoor kreeg ook het interieur van mijn nieuwe thuis stilaan vorm, zodat ik me weer wat sterker begon te voelen.

Papa is niet gestopt met drinken en is heel snel qua gezondheid achteruit gegaan, maar het blijft mijn vader en ik blijf hem zoveel mogelijk steunen en helpen als hij zou beslissen om er mee op te houden. Ik zie hem nog wanneer ik voel dat ik sterk genoeg ben om het verschil te blijven zien tussen zijn persoontje en zijn gedrag. 

Ik leerde opnieuw bewust te leven soms met bergen en dalen. Maar ik weet waar ik thuis hoor en dat is hoopgevend, geruststellend en zoveel meer.